Bij onroerende zaken die naar hun aard gedeeltelijk voor bewoning en deels voor andere doeleinden (bijvoorbeeld bedrijfsdoeleinden) zijn bestemd, kunnen de startersvrijstelling en het WBR-tarief van 2% enkel worden toegepast op het deel dat voor bewoning is bestemd mits de verkrijger dit (anders dan tijdelijk) als hoofdverblijf gaat gebruiken. Is geen sprake van splitsbare delen en wordt een woning die voor ten minste 90% voor bewoning is bestemd als hoofdverblijf gebruikt door de verkrijger, dan gelden de faciliteiten voor het gehele pand.