Schenken op papier

Schenken op papier

Regelmatig krijg ik de vraag van 65+ers hoe zij hun vermogen bij leven kunnen overhevelen aan hun kinderen, zodat zij minder ‘vermogend’ zijn bij eventuele opname in een zorginstelling (in verband met de eigen bijdrage voor zorg) en zodat er bij hun overlijden minder erfbelasting verschuldigd is.

Als de ouders relatief veel liquide middelen hebben, dan kunnen ze daarvan jaarlijks een deel aan kinderen en kleinkinderen schenken. Maar wat als hun vermogen feitelijk  ‘vast’ zit, bijvoorbeeld in een woning of in beleggingen? En wat als de ouders graag de beschikking willen houden over hun vermogen, omdat ze een appeltje voor de dorst willen hebben? Dan kan “schenken op papier” een oplossing zijn.

De ouders leggen dan bij notariële akte vast dat hun kinderen (en kleinkinderen) een bepaald bedrag van hen tegoed hebben. Het is dus eigenlijk een schuldigerkenning. De ouders houden het geschonken bedrag onder zich en bepalen in de akte wanneer de schenking opeisbaar is; bijvoorbeeld bij overlijden van de langstlevende ouder of bij opname van de langstlevende ouder in een niet-particuliere zorginstelling.

Bij een schenking op papier kan – net als bij een gewone schenking – gebruik worden gemaakt van de jaarlijkse schenkingsvrijstellingen. Het op papier geschonken bedrag is bij de ouders als schuld aftrekbaar in box 3. Dat is gunstig bij de berekening van de eigen bijdrage na opname in een zorginstelling. Daartegenover staat dat de schenking bij de kinderen als vordering moet worden opgegeven in box 3. Feitelijk vindt hier dus een verschuiving plaats van de belastingdruk van box 3 van de schenkers naar de begiftigden.

Om de schuldig erkende bedragen bij overlijden van de ouders in aftrek te mogen brengen voor de erfbelasting, is vereist dat de ouders vanaf het moment van de (papieren) schenking totdat de schenking daadwerkelijk wordt betaald, jaarlijks 6% rente aan de kinderen betalen. Stel dat de ouders jaarlijks het vrijgestelde bedrag van ruim € 5.000 per kind schenken op papier, dan is de rentelast het eerste jaar ruim € 300 per kind en het tweede jaar (als inmiddels 2 x € 5.000 = € 10.000 is geschonken), ruim € 600 per kind, enzovoorts.

De renteverplichting wordt soms als een nadeel ervaren, omdat de rente ten koste gaat van de beschikbare liquide middelen van de ouders. Fiscaal gezien is het echter wel een gunstige verplichting; de rentebetaling is immers een ‘gratis’ extra vermogensoverheveling aan de kinderen. Als de jaarlijkse rentelast te groot wordt, dan kan men ervoor kiezen om (tijdelijk) te stoppen met het doen van nieuwe schenkingen. De jaarlijkse renteverplichting blijft dan bestaan, maar loopt niet verder op.

Over het totaal bedrag van de papieren schenkingen hoeft bij overlijden van de ouders geen erfbelasting te worden betaald. De kinderen hebben dat bedrag immers nog tegoed. Dat scheelt 10% tot 20% belasting. Bij grotere vermogens wordt vaak gekozen voor jaarlijkse grotere schenkingen, die nog net binnen de 10% schenkbelasting vallen. Daarover hoeft later dan niet het hogere tarief van 20% erfbelasting te worden betaald. De besparing is dan 10%.

Wilt u weten of een papieren schenking voor u raadzaam is? U bent van harte welkom voor een vrijblijvend gesprek.