Hierbij een selectie uit het Belastingplan 2025, welke voor het notariaat van belang is.
Overdrachtsbelasting: vooraankondiging om in 2026 het tarief voor woningen (niet-hoofdverblijf) te verlagen. Hoewel dit nog geen onderdeel uitmaakt van een wetsvoorstel heeft het kabinet al wel aangekondigd dat per 1 januari 2026 een nieuw algemeen overdrachtsbelastingtarief van 8% zal worden ingevoerd voor woningen om het aantal huurwoningen te vergroten. Deze nieuwe maatregel zal geen invloed hebben op het huidige tarief van 2% als de woning een hoofdverblijf wordt voor de verkrijger.
Overdrachtsbelasting: sleutelovereenkomst bij een woning-hoofdverblijf vanaf 2025 in beginsel geen econoom. Het kabinet vindt het niet wenselijk dat een sleutelovereenkomst met betrekking tot een woning die zal fungeren als hoofdverblijf voor de verkrijger kan leiden tot een verkrijging van economische eigendom als bedoeld in artikel 2 lid 2 WBR. Daarom wordt voorgesteld om vanaf 1 januari 2025 sleutelovereenkomsten met betrekking tot een woning-hoofdverblijf niet meer aan te merken als een econoom voor de overdrachtsbelasting mits de juridische eigendom binnen 6 maanden na het ingaan van de sleutelovereenkomst wordt verkregen. Dan hoeft de vervreemder van de woning geen melding meer te doen van een economische eigendomsverkrijging en hoeft de verkrijger geen belastingaangifte meer hiervan te doen.
Overdrachtsbelasting: verlaagd woningtarief en startersvrijstelling gelden vanaf 2025 ook voor een econoom. Voorgesteld wordt om op 1 januari 2025 artikel 14 lid 5 WBR en artikel 15 lid 8 WBR te wijzigen waardoor het verlaagde tarief van 2%, de startersvrijstelling of de VoV-vrijstelling van artikel 15.1.t WBR ook kan gelden voor de economische eigendom van een woning-hoofdverblijf. Bij de startersvrijstelling wordt nog opgemerkt dat deze slechts één keer kan worden benut. Als deze vrijstelling is toegepast op de verkrijging van de economische eigendom, kan de vrijstelling niet opnieuw worden benut bij een latere verkrijging van de juridische eigendom.
Ovedrachtsbelasting: kavelruilvrijstelling geldt vanaf 1 januari 2025 niet meer voor niet-agrarische opstallen. In lijn met het conceptwetsvoorstel dat eerder ter consultatie is gepubliceerd, wordt voorgesteld om vanaf 1 januari 2025 de vrijstelling van artikel 15.1.l WBR bij kavelruil zodanig te beperken dat deze niet meer geldt voor woningen (tenzij sprake is van een agrarische bedrijfswoning) en andere opstallen die niet agrarisch worden geëxploiteerd.
Oudedagsvoorzieningen mogen vanaf 1 januari 2025 ook worden verkregen door legatarissen.
Volgens de huidige wet kan een aanspraak ingevolge een oudedagsverplichting (ODV) na overlijden van de gerechtigde alleen toekomen aan de erfgenamen. Voorgesteld wordt om vanaf 1 januari 2025 te bepalen dat de aanspraak ook mag toekomen aan een legataris. Deze wijziging wordt ook voorgesteld bij een lijfrenterekening en lijfrentebeleggingsrecht.